Wat betekent cabeza in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord cabeza in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cabeza in Spaans.

Het woord cabeza in Spaans betekent hoofd, -knobbel, hersenen, hersens, persoon, bovenaan, top, kop, kop, stuk, talent, kop, harses, top, kop, knikker, kop, knar, kop, bol, harses, gitaarkop, kernkop, kop, hoofd-, geen hoed dragend, hersenloos, achterlijk, dom, waardeloos, onzalig, idioot, sukkel, leeghoofd, persoonsbelasting, sukkel, kluns, houdgreep, handstand, pater familias, bezorgdheid, ongerustheid, duiken, nek aan nek, kruin, koploper, koppig, eigenwijs, verstrooid, goed bij z'n hoofd, goed snik, koppig, eigenwijs, stijfhoofdig, boven het hoofd, boven, voorover, met het hoofd naar voren, voorover, in hart en nieren, knik, zondebok, domkop, sufkop, ezel, warhoofd, bruggenhoofd, kaalkop, kale, idioot, stomkop, stommeling. sukkel, dupe, bruggenhoofd, koperkop, mof, domkop, idioot, sukkel, hoofdkaas, idioot, dwaas, sukkel, koel hoofd, hoofd van het huishouden, hoofd van het gezin, heer des huizes, klopje, aaitje, zweefduik, idioot, sukkel, stomkop, domkop, sukkel, domoor, domkop, de schuld op zich nemen, buigen, iets uit het hoofd zetten, naar iemands hoofd stijgen, het hoofd laten hangen, verstandig zijn, tuimelen, gek worden, onthoofden, ongeplaatst, onstuimig, halsoverkop, blootshoofds, direct, in oppositie, bruggenhoofd, kop, hamerkop, speldenknop. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cabeza

hoofd

nombre femenino

El cuello conecta la cabeza con el tronco.

-knobbel

(figurado) (in samenstelling)

Tiene una buena cabeza para la ciencia.

hersenen, hersens

(figurado) (figuurlijk)

¡Usa la cabeza! Puedes hallar una manera creativa de hacerlo.

persoon

La entrada a la discoteca costaba cinco dólares por cabeza.

bovenaan

Él estaba a la cabeza de su clase en Harvard.

top

nombre femenino

La cabeza del hueso entra en la cuenca.

kop

nombre femenino

Hizo explotar el grano pinchando la cabeza con una aguja.

kop

nombre masculino

La cabeza del martillo está hecha de metal endurecido para que no se deforme.

stuk

nombre femenino (ganado)

El granjero vendió su ganado a cincuenta dólares por cabeza.

talent

(figurado)

Simplemente no tengo mente para los negocios.

kop, harses

nombre femenino (informeel)

top

nombre femenino

Joe está a la cabeza de la liga en los puntajes.
Hij staat aan de top van de rangschikking

kop

(spreektaal)

La luz se reflejaba en la cabeza calva de Steve.

knikker, kop, knar

(informal) (informeel)

Usa el coco, no es complicado.

kop, bol, harses

(informal) (informeel)

gitaarkop

kernkop

kop

locución nominal femenina (ferrocarril)

Los ingenieros ajustaron la cabeza del raíl para que las ruedas pudieran circular con suavidad.

hoofd-

locución adjetiva (in samenstelling)

Los doctores lo dejaron en observación en el hospital por la lesión en su cabeza.

geen hoed dragend

hersenloos, achterlijk, dom

waardeloos, onzalig

idioot, sukkel

(beledigend, informeel)

leeghoofd

(peyorativo) (beledigend)

persoonsbelasting

sukkel, kluns

(inf., beledigend)

houdgreep

(voz inglesa) (worstelen)

handstand

pater familias

(Latijn)

bezorgdheid, ongerustheid

duiken

El chico se zambulló desde el acantilado hacia el mar.

nek aan nek

La carrera estaba tan pareja que no tuve idea de quién iba a ganar hasta el minuto final.

kruin

Me pregunto si se pule la coronilla, ¡la tiene siempre tan brillante!

koploper

(atletiek)

koppig, eigenwijs

(coloquial)

Me temo que mi marido a veces puede ser muy cabeza dura.

verstrooid

goed bij z'n hoofd, goed snik

locución adjetiva (coloquial) (informeel)

Es un buen chico pero no creo que esté del todo bien de la cabeza.

koppig, eigenwijs, stijfhoofdig

locución adjetiva (figurado)

Es tan cabeza dura que se negó a dar la vuelta aunque sabía que estábamos yendo mal.

boven het hoofd, boven

La multitud miró hacia los aviones que daban vueltas en lo alto.

voorover

locución adverbial

El hombre se aventó al agua de cabeza.

met het hoofd naar voren, voorover

locución adverbial

Max se aventó al agua de cabeza.

in hart en nieren

(figuurlijk)

Es un político al dedillo.

knik

Tom le hizo una inclinación de cabeza al público.

zondebok

(figurado) (figuurlijk)

El proyecto fracasó y ahora necesitan desesperadamente un chivo expiatorio.

domkop, sufkop, ezel

(informal) (informeel)

Tristan es un cabeza hueca que siempre se tropieza con sus propios pies.

warhoofd

locución nominal común en cuanto al género (coloquial) (informeel)

Greg es un genio de las matemáticas, pero también un cabeza de chorlito.

bruggenhoofd

(leger)

kaalkop, kale

(informeel)

El cabeza rapada se bajó de la motocicleta y entró en la tienda.

idioot, stomkop, stommeling. sukkel

(informeel)

El niño que vandalizó la escuela es un cabeza de chorlito.

dupe

(informeel)

George no cometió el crimen; solo fue el chivo expiatorio.

bruggenhoofd

locución nominal femenina

koperkop

locución nominal femenina (Agkistrodon contortrix) (dierkunde)

mof

locución nominal común en cuanto al género (peyorativo) (pejoratief, slang)

domkop, idioot, sukkel

(coloquial) (informeel, beledigend)

hoofdkaas

locución nominal masculina (culinair)

idioot, dwaas, sukkel

(informeel, pejoratief)

koel hoofd

expresión (figuurlijk)

En una emergencia es importante no perder la cabeza y seguir las instrucciones.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Ook al was ze gewond als gevolg van het ongeluk, ze hield haar hoofd koel.

hoofd van het huishouden, hoofd van het gezin

Olvídate de papá, ¡mamá es la verdadera cabeza de familia!

heer des huizes

locución nominal común en cuanto al género

Necesita el consentimiento del cabeza de familia.

klopje, aaitje

(op hoofd)

No hay nada que le guste más al perro que una palmada en la cabeza.

zweefduik

Se dio una zambullida de cabeza desde el trampolín.

idioot, sukkel, stomkop, domkop

locución nominal común en cuanto al género (coloquial, anticuado) (informeel, pejoratief)

¡Quita de en medio, cabeza de chorlito!

sukkel, domoor, domkop

nombre común en cuanto al género (coloquial) (informeel, beledigend)

de schuld op zich nemen

Fue el chivo expiatorio del robo al banco.

buigen

locución verbal

Bajé la cabeza para no dármela contra el dintel.

iets uit het hoofd zetten

Ya sé que fue duro romper, pero tienes que sacártelo de la cabeza.
Ik weet dat het een moeilijke breuk was, maar je moet het uit je hoofd zetten.

naar iemands hoofd stijgen

(coloquial) (figuurlijk)

Su único éxito se le subió a la cabeza y ahora es imposible convivir con él.
Zijn ene hit is naar zijn hoofd gestegen en nu is hij onmogelijk om mee samen te leven.

het hoofd laten hangen

locución verbal (uit schaamte)

El acusado bajó la cabeza cuando el juez pronunció la sentencia.
De beschuldigde liet zijn hoofd hangen toen de rechter zijn straf uitsprak.

verstandig zijn

locución verbal

No me importa que salga con mi hija: ese chico tiene la cabeza en su sitio.
Ik vind het niet erg dat hij uitgaat met mijn dochter. Die jongen is verstandig.

tuimelen

locución verbal

Alex cayó de cabeza por la ladera.

gek worden

Creo que me estoy volviendo loco: esta mañana encontré mis zapatillas en la heladera.

onthoofden

A Enrique VIII de Inglaterra le gustaba decapitar a quienes se interponían en su camino.

ongeplaatst

(tennisspeler)

onstuimig, halsoverkop

Sam tiene la tendencia de clavarse en los proyectos sin pensarlo.

blootshoofds

direct

(figurado) (figuurlijk)

Sus novelas abordan las dificultades sociales de frente.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Haar romans pakken moeilijke sociale situaties direct aan.

in oppositie

locución adverbial

bruggenhoofd

locución nominal femenina (figurativo) (figuurlijk)

kop, hamerkop

locución nominal femenina

speldenknop

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cabeza in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van cabeza

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.