Wat betekent origen in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord origen in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van origen in Spaans.
Het woord origen in Spaans betekent begin, beginpunt, startpunt, origine, komaf, afkomst, oorsprong, bron, derivatie, afkomst, afleiding, ontstaan, begin, onderwerp, nationaliteit, afkomst, herkomst, afkomst, oorsprong, genese, herkomst, oorsprong, afkomst, oorsprong, smeltkroes, bron, bron, kiem, oorsprong, afkomst, familie, geboorte-, etniciteit, patroon, de herkomst nagaan, de oorzaak vinden, aanleiding geven tot, remigreren, waarvandaan, afkomstig zijn uit. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord origen
begin
Suele ser interesante descubrir el origen de una expresión. |
beginpunt, startpunt
El recién llegado era un hombre de origen misterioso. |
origine, komaf, afkomst
John es inglés, pero su apellido es Evans, lo cual sugiere que es de origen galés. |
oorsprongnombre masculino (wiskunde) |
bron
Su rivalidad dio comienzo en sus primeros años de escuela. |
derivatie, afkomst, afleiding
El origen de esa palabra es incierto. |
ontstaan, begin
|
onderwerpnombre masculino El matrimonio de la pareja ha sido origen de muchas habladurías. |
nationaliteit
La gente con nacionalidad china necesita una visa para ir ahí. |
afkomst
Mi ascendencia es de una de familias más antiguas de Turquía. |
herkomst, afkomst, oorsprong
Nunca se determinó la procedencia del antiguo manuscrito. |
genese
|
herkomst, oorsprong
|
afkomst, oorsprong
Varias personas jóvenes de la extracción ucraniana trabajan en el café. |
smeltkroes(figurado) (figuurlijk) El crisol del movimiento impresionista fue en el siglo XIX. |
bron(figurado) (figuurlijk) Pregúntale a Jennie sobre ordenadores; ella es un manantial de conocimientos. |
bron(figurado) (figuurlijk) |
kiem(figuurlijk) Con tan solo un germen como idea en su mente, renunció a su trabajo y se mudó a África. |
oorsprong, afkomst(lugar) La familia tiene sus raíces en Devon. |
familie
Se puede rastrear su linaje hasta una pequeña aldea en Irlanda. |
geboorte-(país) (in samenstellingen) Muchos inmigrantes tienen nostalgia por su país natal. |
etniciteit
La encuesta le pedía a la gente que especificara su identidad étnica. |
patroon(geschiedenis) |
de herkomst nagaan, de oorzaak vindenlocución verbal Ian intentó en vano rastrear el origen del malintencionado rumor. |
aanleiding geven tot
La escasez de alimentos dio lugar a manifestaciones en las calles. |
remigrerenlocución verbal |
waarvandaan
Dime, buen caballero, ¿de dónde viene tu buena suerte? |
afkomstig zijn uitlocución verbal Tres cuartos de nuestros suministros diarios de agua tienen su origen en lagos, ríos y arroyos. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van origen in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van origen
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.