Wat betekent from in Engels?

Wat is de betekenis van het woord from in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van from in Engels.

Het woord from in Engels betekent van, van, uit, van, vanaf, sinds, van, van, uit, aan, uit, van, namens, van, van, vanuit, tegen, uit, in, vanuit, van, van, zich afscheiden, zich afsplitsen, afbreken, komen uit, ophouden met, stoppen met, verschillen van, afwijken van, voorzichtig afstand nemen van, vluchten voor, voortvloeien uit, iets vloeit voort uit, wegkomen van iemand, ergens vandaan gaan, terugkrijgen, uit elkaar groeien, komen uit, afkomstig zijn uit, van iemand horen, wachten, uitsteken, weerhouden van, tegenover, bewerkt naar, in de leeftijd van ... tot, behalve, buiten, naast, buiten, afstammen van, afstammen van, ontspringen uit, lenen, ontlenen, , bietsen, bietsen van, iemand verbannen, wegsturen van iets, kiezen, afdwingen, weggaan, weggaan bij, weggaan van, losraken, loskomen, afkomstig zijn uit, in beslag nemen, beslag leggen op, verbieden, beperken, uitpersen, uitsluiten, de toegang ontzeggen, afleiden uit, deduceren uit, in veiligheid brengen, afstammen van, verschillen van, zich terugtrekken uit, zich losmaken van, het niet eens zijn met, zich distantiëren van, zich distantiëren van, afstand nemen, verschillend van iets, de aandacht afleiden van, de aandacht afleiden van iets, zich terugtrekken, opstijgen uit, uitstralen, evacueren, evacueren, iets ontlokken van iemand, verwijderen, wegstrepen, vrijgesteld van, vrijstellen, ontheffen, iemand van iets verwijderen, nasleep, nawerking, verre van, allesbehalve, allerminst, ontfutselen, verbod om iets te doen, bevrijden van, vrijstellen van iets, losmaken van iets, vrij van, van nu af aan, vanaf nu, uit eigen ervaring, heen en weer, van links naar rechts, vanaf het begin, vanaf toen, zo nu en dan, nu en dan, af en toe, van tijd tot tijd, van boven tot onder, van top tot teen, waarvandaan, van wie, van kwaad tot erger gaan, iets hangen, ophangen, van iemand horen, ik kom uit, immuun, immuun, ongevoelig, beletten, niet te onderscheiden, isoleren, afsluiten, afschermen, uitkomen, resulteren, voortkomen, voortvloeien, voortkomen uit, voortvloeien uit, zich onthouden van, zijn lach inhouden, lekken uit. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord from

van

preposition (starting point in movement) (vertrekpunt)

We walked from Ely to Eagle Mountain. I can give you directions to our office if you tell me where you will be coming from.

van

preposition (distance) (verwijderd)

We live just three miles from the airport.

uit

preposition (place of origin)

I am from Norway.

van

preposition (time: from ... to) (beginpunt in tijd)

The shop is open from Tuesdays to Saturdays.

vanaf, sinds

preposition (starting point in time)

He was interested in planes from his early childhood. Starting from Monday, the cafeteria will no longer serve ice cream.

van

preposition (starting point in number) (begin van reeks)

I drink from two to four beers every Friday night. Tickets are available from $100.

van, uit

preposition (indicating raw material) (afkomstig)

All the furniture is made from pine.

aan

preposition (as a result of)

He died from a tropical virus.

uit, van

preposition (indicating separation)

She removed the parts from the large box. She was separated from her children for days.

namens

preposition (on behalf of)

From the Senator, I give you best wishes for success.

van

preposition (distinction, exclusion) (gescheiden)

She was separated from her children for days.

van

preposition (oppression) (onderdrukking)

They were freed from slavery in 1865.

vanuit

preposition (point of observer)

From my point of view, they're making a mistake.

tegen

preposition (against)

The coat will protect you from the cold.

uit

preposition (among)

She was chosen from thirty candidates.

in

preposition (place: live currently)

I am from New York, although I grew up in Connecticut.
Ik woon in New York maar ik kom oorspronkelijk uit Connecticut.

vanuit, van

preposition (place: previous location) (vorige locatie)

I came from Chicago yesterday.

van

preposition (written (used to sign off a letter) (in brief)

The letter ended, "Write back soon! From, John."

zich afscheiden, zich afsplitsen

(figurative (separate: from group)

Several members broke away from the party to form their own extremist group.

afbreken

(detach, fall off)

When Sue went to take her cakes out of the oven, the handle broke away from the door.

komen uit

phrasal verb, transitive, inseparable (be born or raised in)

She comes from India. He comes from a very poor part of the country.

ophouden met, stoppen met

phrasal verb, transitive, inseparable (stop: doing [sth])

verschillen van

phrasal verb, transitive, inseparable (not conform to)

afwijken van

phrasal verb, transitive, inseparable (stray from)

voorzichtig afstand nemen van

phrasal verb, transitive, inseparable (distance yourself)

I tried to edge away from the drunk man on the bus.

vluchten voor

phrasal verb, transitive, inseparable (run away from, try to escape)

The criminals tried to flee from the police in a stolen car.

voortvloeien uit

phrasal verb, transitive, inseparable (follow logically)

This logically follows from the given evidence.
Dit vloeit logisch voort uit de gepresenteerde bewijzen.

iets vloeit voort uit

(be the next step)

This action follows on from the decision taken last month.

wegkomen van iemand

phrasal verb, transitive, inseparable (escape: [sb])

How did you manage to get away from your captors?

ergens vandaan gaan

phrasal verb, transitive, inseparable (place: leave)

It's great to get away from London sometimes.

terugkrijgen

phrasal verb, transitive, separable (have [sth] returned)

I took my watch to be repaired and I'll get it back on Tuesday.

uit elkaar groeien

phrasal verb, transitive, inseparable (figurative (lose attachment) (figuurlijk)

Children gradually grow away from their parents and form their own identities.

komen uit, afkomstig zijn uit

phrasal verb, transitive, inseparable (be from, come from)

His grandfather hailed from Greece.

van iemand horen

phrasal verb, transitive, inseparable (receive news from [sb])

Do you hear from David these days? She hasn't heard from her brother in 3 months.
Hoor je tegenwoordig iets van David? Ze heeft niks van haar broer gehoord in 3 maanden.

wachten

phrasal verb, transitive, inseparable (refrain, delay)

Please hold off playing the drums until after I've gone!
Wacht alsjeblieft met het spelen van de drums, tot ik weg ben!

uitsteken

(protrude or extend from)

weerhouden van

phrasal verb, transitive, inseparable (prevent)

tegenover

preposition (opposite)

My office building is just across from the mall.
Mijn kantoor staat tegenover het winkelcentrum.

bewerkt naar

verbal expression (story, movie: be based on [sth]) (verhaal)

The film "Invictus" is adapted from a book by John Carlin.

in de leeftijd van ... tot

(in a given age range)

This program is designed for young people aged from 18 to 25.

behalve

conjunction (except)

Apart from me, none of my classmates delivered the composition on time.
Geen van mijn klasgenoten heeft de compositie op tijd ingeleverd, behalve ik.

buiten

adjective (separate from, away from)

He built his house apart from the rest of the village.
Hij heeft zijn huis buiten de rest van het dorp gebouwd.

naast, buiten

preposition (apart from, not including)

Aside from the high pay, why do you want to be a doctor?
Waarom wil je dokter worden, naast het hoge salaris?

afstammen van

verbal expression (human: have as ancestor)

The family is descended from Prince Axel of Denmark and Princess Margaretha of Sweden.

afstammen van, ontspringen uit

verbal expression (have evolved from)

The domestic dog is descended from the wolves of Europe and Asia.

lenen, ontlenen

(figurative (ideas: adopt from others)

Most religions borrow ideas from older ones.

(escape)

bietsen

transitive verb (informal (obtain by begging) (informeel)

bietsen van

transitive verb (informal (obtain by begging) (informeel)

Grayson cadged a quarter from his neighbor to feed the parking meter.

iemand verbannen, wegsturen van iets

(send forth)

He was cast from his city and had to live elsewhere.

kiezen

intransitive verb (select among)

He needs to choose from the three options.

afdwingen

transitive verb (bring about by force)

Authorities attempted to coerce cooperation from the residents.

weggaan

verbal expression (leave)

Lucy came away from the interview feeling confident that she had got the job.

weggaan bij, weggaan van

verbal expression (move further)

Come away from that cliff edge; it may crumble.

losraken, loskomen

verbal expression (become detached)

The cupboard door had come away from one of its hinges.

afkomstig zijn uit

(have as its source)

Three-quarters of our daily water supply comes from lakes, rivers, and streams.

in beslag nemen, beslag leggen op

transitive verb (seize, take away)

A customs officer confiscated the cheese from Rodney.

verbieden, beperken

verbal expression (hold [sb] back legally)

The contract constrained the author from hiring a new agent.

uitpersen

transitive verb (extract liquid)

They crushed the juice from an orange to make a drink.

uitsluiten

transitive verb (deny admission to)

de toegang ontzeggen

transitive verb (deny admission to)

The underage college students were debarred from the club.

afleiden uit, deduceren uit

transitive verb (conclude)

The detective deduced the answer from the physical evidence and witness reports.

in veiligheid brengen

(liberate, rescue)

The commandos delivered the hostages from captivity.

afstammen van

(living thing: have evolved from)

All humans descend from a common ancestor.

verschillen van

(not be like)

This candidate differs from all the others.

zich terugtrekken uit, zich losmaken van

transitive verb and reflexive pronoun (figurative (end involvement in [sth]) (figuurlijk)

Alan was unable to disentangle himself from his family's problems.

het niet eens zijn met

(disagree with [sb])

The minority's opinion dissents from the majority's in several respects.

zich distantiëren van

verbal expression (distance yourself from [sb])

Diane eventually dissociated herself from her troublemaker friends.

zich distantiëren van

verbal expression (distance yourself from [sth])

The nominee tried to dissociate himself from the racist remarks of his former friends.

afstand nemen

verbal expression (keep away)

Preferring solitude, I distanced myself from the group.

verschillend van iets

(different from)

If you look closely, you can see that this plant is distinct from that one.

de aandacht afleiden van

verbal expression (create a diversion)

Magicians need to know how to distract attention from what they are doing. The gaudy packaging is just an attempt to distract attention from the shoddy product inside.

de aandacht afleiden van iets

verbal expression (distract from)

The Prime Minister's speech on immigration was an attempt to divert attention from more serious issues.

zich terugtrekken

verbal expression (retreat)

He ordered his troops to draw back from the border.

opstijgen uit

(be emitted) (figuurlijk)

An unpleasant smell emanated from the food cupboard.

uitstralen

(figurative (arise) (figuurlijk)

A melancholy air seemed to emanate from Mary that day.

evacueren

transitive verb (make people exit from)

evacueren

transitive verb (make people exit from)

Police evacuated everyone from the office building because of the bomb threat.

iets ontlokken van iemand

transitive verb (elicit)

It's hard to evoke a response from these quiet people.

verwijderen, wegstrepen

transitive verb (text: edit out)

The editors excised all minors' names from the article.

vrijgesteld van

(excused from)

This student is exempt from the school's uniform policy, because of her religious belief.

vrijstellen, ontheffen

transitive verb (excuse or exclude)

iemand van iets verwijderen

(ban: a student from a school)

Janine's head teacher expelled her from the school for bad behaviour.

nasleep, nawerking

noun (figurative (aftermath of [sth])

The mayor is dealing with the political fallout from the speech he gave earlier this week.

verre van

(not at all)

The dish is far from delicious. This competition is far from over.

allesbehalve, allerminst

expression (instead of)

Far from feeling satisfied with her present job, she decided to look for another.

ontfutselen

(informal (obtain from [sb] by deceit)

verbod om iets te doen

adjective (person: prohibited)

bevrijden van

(figurative (exempt [sb] from duty) (figuurlijk)

Household appliances have freed us from many of the time-consuming chores our grandparents had to do.

vrijstellen van iets

(exempt)

His hearing problem freed him from military service.

losmaken van iets

(disengage)

He couldn't free the fishing line from the weeds.

vrij van

adjective (not containing)

The river was free from pollution before the factory was built nearby.

van nu af aan, vanaf nu

adverb (from now into future)

From here on, Gina was determined not to repeat her past mistakes.

uit eigen ervaring

adverb (having experienced it myself)

heen en weer

adverb (movement: back and forth)

The boat was rocking from side to side in the rough sea.

van links naar rechts

adverb (measurement: sideways)

The room was square, and measured about two metres from side to side.

vanaf het begin

adverb (from the very first moment)

I said it from the beginning, I will never be completely monogamous!

vanaf toen

adverb (starting from that point)

Bill was so grateful for Jenny's help, that from then on they were best friends.

zo nu en dan, nu en dan, af en toe, van tijd tot tijd

adverb (now and then, occasionally)

I go for a walk in the countryside from time to time.

van boven tot onder

adverb (highest point to lowest)

You should apply paint from top to bottom.
Je moet de verf van boven tot onder aanbrengen.

van top tot teen

adverb (figurative, informal (completely) (fig., informeel)

The current owners are ruining the football club from top to bottom.

waarvandaan

adverb (from what place?)

Where did you come from?

van wie

pronoun (formal, written ([sb] who is source of)

Please return the book to the person from whom you borrowed it.

van kwaad tot erger gaan

verbal expression (informal (worsen)

Just as things seemed to get better, they went from bad to worse!
Net als dingen leken beter te worden, gingen ze van kwaad tot erger!

iets hangen, ophangen

(suspend from a fixed point)

Let's hang that plant from a hook in the ceiling.

van iemand horen

(learn [sth] via [sb])

I heard from your mother that you're getting married next year?
Ik hoorde van je moeder dat je volgende jaar gaat trouwen?

ik kom uit

expression (my place of origin is)

I'm from Poland, though I've lived in London for more than ten years now.
Ik kom uit Polen, hoewel ik nu al meer dan tien jaar in Londen woon.

immuun

(figurative (legally exempt: from [sth]) (figuurlijk)

The foreign dignitary is immune from prosecution.

immuun, ongevoelig

(figurative (exempt: from [sth]) (figuurlijk)

Even the King is not immune from criticism in a democracy.

beletten

(hinder: [sb])

The basketball player impeded his opponent from scoring.

niet te onderscheiden

adjective (identical)

That kitten is indistinguishable from her sister.

isoleren, afsluiten, afschermen

transitive verb (figurative (protect: [sb]) (figuurlijk)

They're trying to insulate their children from all the public attention.

uitkomen

(be emitted)

Smoke issued from the chimney.

resulteren, voortkomen, voortvloeien

(arise due to [sth])

Many problems issued from that decision.

voortkomen uit, voortvloeien uit

(be accrued)

A lot of profits issued from the investment.

zich onthouden van

(refrain)

I can't keep from eating ice cream.

zijn lach inhouden

verbal expression (not laugh)

During that horrible performance, I could hardly keep from laughing.

lekken uit

(drain from [sth])

Shampoo is leaching out of the bottle.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van from in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van from

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.