Wat betekent é in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord é in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van é in Portugees.

Het woord é in Portugees betekent en, E, e, met, en, en, plus, en, of, en, en, en, E, e, mi, O, is, met, natuurlijk, verdorie, verdomme, e-mail, mail, wip, korreligheid, blackjack, eenentwintigen, internethandel, e-handel, e-commerce, onverbloemd, e-mail, eenentwintigen, matje, speler op de korte stop, jojoën, zijn, Bingo!, e-mail, mail, peper-en-zout-, mail, e-mail, hoe … ooit, tegenstander, hoe komt het dat?, zo zit het, zo gaat dat, toch?, ongedeerd, klam, bobbed, kortgeknipt, chauvinistisch, niet-equivalent, niet-magnetisch, zonder vaste aanstelling, broodmager, slank, in de twintig, dood en begraven, makkelijker gezegd dan gedaan, dichtbij en ver weg, zo'n honderd, niets dan, kort en bondig, zo simpel als wat, nogal een, langzaam maar zeker, aangenomen, verondersteld, namelijk, namelijk, enzovoort, enzovoorts, dag en nacht, hart en ziel, àls het al, in ziekte en gezondheid, luid en duidelijk, dag en nacht, voor altijd, voor eeuwig, in de weer, bezig, zelden tot nooit, dat wil zeggen, hier en daar, meer en meer, en dus, en daarom, tegen de tijd, heen en weer, op voorwaarde dat, en daarna, en dan, wat geeft het, hij is, ze is, zij is, da's, kwart over, het spreekt vanzelf, het is kinderspel, t' is niets, het stelt niets voor, in een mum van tijd, in een oogwenk, uit vrije wil, met hand en tand, hoe komt het, knuffels en kusjes, wat, Roger!, z.o.z., Hallo!, Hé!, Hoi!, niets nieuws onder de zon. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord é

en

conjunção (bem como)

Eu comprei cerveja e vinho.

E, e

substantivo masculino (letter)

Seu sobrenome tem dois Es ou só um?

met

conjunção

Eu queria morangos e creme.

en

conjunção (então)

Tente com mais força e terá sucesso.

en

conjunção

Eu me vesti e desci as escadas.

plus

conjunção

Dois e dois são quatro.

en, of

conjunção

Tenho que escolher entre andar e dirigir.

en

conjunção

Isso vai te deixar aquecido e confortável.

en

conjunção

Ela andou milhas e milhas.

en

conjunção (em oposição a)

Há professores e há professores!

E, e, mi

substantivo masculino (muzieknoot)

Se você mudar o tom para mi, acho que eu consigo cantar.

O

substantivo masculino (abreviatura: leste)

As coordenadas geográficas para França são 46° 00 N, 2° 00 L.

is

(verbo ser, 3a pessoa singular)

Ela é um gênio.

met

Ele conseguiu um emprego como tradutor e auxiliar administrativo.

natuurlijk

Naturalmente, vou precisar saber aonde você está indo.

verdorie, verdomme

(INGL, expressa surpresa) (informeel)

e-mail, mail

(anglicismo)

Eu recebi um e-mail do John com o endereço da festa.

wip

substantivo feminino (BRA, brinquedo)

korreligheid

blackjack, eenentwintigen

internethandel, e-handel, e-commerce

substantivo masculino (anglicismo:comércio eletrônico)

onverbloemd

(figurado: direto, sincero)

e-mail

(anglicismo)

Nosso servidor caiu e estamos sem e-mail.

eenentwintigen

substantivo masculino (jogo de cartas) (kaartspel)

matje

(anglicismo, corte de cabelo dos anos 80s) (haarstijl)

speler op de korte stop

(beisebol)

jojoën

(figurado: subir e descer)

zijn

verbo transitivo

Dois e dois somam quatro.

Bingo!

(gíria)

e-mail, mail

(anglicismo)

Se me der o seu e-mail, eu lhe envio o convite.

peper-en-zout-

(cabelos: brancos e coloridos) (in samenstellingen, haar)

mail, e-mail

substantivo masculino

Há e-mail na minha caixa de entrada.

hoe … ooit

Como você nos encontrou?

tegenstander

(formal)

hoe komt het dat?

interjeição (pedir explicação)

Hoe komt het dat al jouw hoeden zwart zijn?

zo zit het, zo gaat dat

expressão (realidade da vida)

Je denkt waarschijnlijk dat het oneerlijk is dat je de job niet kreeg, maar zo gaat dat.

toch?

interjeição

Dit is jouw boek, toch?

ongedeerd

(pessoa)

klam

(BRA)

bobbed, kortgeknipt

locução adjetiva (cabelo) (kapsel)

chauvinistisch

locução adjetiva

niet-equivalent

expressão

niet-magnetisch

expressão

zonder vaste aanstelling

locução adjetiva (aan universiteit)

broodmager

expressão

slank

adjetivo (mulher jovem)

in de twintig

locução adjetiva (idade)

dood en begraven

(falecido, finado)

makkelijker gezegd dan gedaan

dichtbij en ver weg

expressão

zo'n honderd

expressão (aproximação de quantidade)

niets dan

kort en bondig

zo simpel als wat

(figurado)

nogal een

langzaam maar zeker

locução adverbial

aangenomen, verondersteld

É verdade que o John foi mal naquele teste, mas o professor não tinha o direito de chamá-lo na frente da sala daquele jeito.

namelijk

locução prepositiva

namelijk

enzovoort, enzovoorts

locução adverbial

dag en nacht

locução adverbial

O Edgar tem trabalhado dia e noite para deixar a casa pronta a tempo.

hart en ziel

expressão (dedicar-se com afinco)

àls het al

locução conjuntiva

Het sneeuwt hier maar een paar dagen per jaar, àls het al sneeuwt.

in ziekte en gezondheid

(votos matrimoniais)

luid en duidelijk

locução adverbial

dag en nacht

locução adverbial

voor altijd, voor eeuwig

in de weer, bezig

(figurado, informal, pessoa agitada)

Meus filhos nunca ficam parados! Estão sempre indo para cima e para baixo. Estou tão ocupado o dia inteiro; estou indo para cima e para baixo de manhã até a noite.

zelden tot nooit

(nunca ou quase nunca)

dat wil zeggen

Desculpa. Quer dizer, não vou fazer isso de novo.

hier en daar

locução adverbial (em vários lugares)

meer en meer

locução adverbial (cada vez mais)

O mundo está mais e mais desenvolvido.

en dus, en daarom

O aluno não entregou o artigo final da pesquisa, e assim ganhou uma nota insuficiente no curso.
De student heeft zijn eindverslag niet ingeleverd, en dus is hij gezakt voor het vak.

tegen de tijd

É melhor você ter feito suas tarefas na hora que chegarmos em casa ou você vai ter problemas. O trâfego estava tão ruim que na hora que chegamos ao escritório eu estava 20 minutos atrasado.

heen en weer

op voorwaarde dat

(na condição de)

Ik help jou op voorwaarde dat jij jouw deel doet.

en daarna, en dan

Terminaremos a pintura e então comeremos o jantar.
We maken eerst het schilderwerk af, en daarna gaan we eten.

wat geeft het

(coloquial)

E daí se eu curto uma cerveja de vez em quando?

hij is

ze is, zij is

da's

(informeel)

kwart over

Ele chegou às nove e quinze.

het spreekt vanzelf

(algo lógico)

het is kinderspel

expressão (extremamente fácil)

Dat is makkelijk, het is kinderspel.

t' is niets, het stelt niets voor

(não importante)

in een mum van tijd, in een oogwenk

expressão

uit vrije wil

expressão

met hand en tand

locução adverbial (figurado) (figuurlijk)

hoe komt het

(pedir explicação)

Como assim você não está no trabalho?
Hoe komt het dat je niet aan het werk bent?

knuffels en kusjes

expressão (fechamento de mensagem, e-mail ou carta)

Ela terminou o e-mail com "Até breve! Beijos e abraços, Ellie".

wat

Roger!

(rádio: mensagem recebida) (anglicisme, radiotaal)

Recebido e entendido, câmbio e desligo.

z.o.z.

Hallo!, Hé!, Hoi!

(BR, gíria)

niets nieuws onder de zon

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van é in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.