Wat betekent vita in IJslands?
Wat is de betekenis van het woord vita in IJslands? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van vita in IJslands.
Het woord vita in IJslands betekent weten, kennen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord vita
wetenverb Meg er forvitin að vita allt um Japan. Meg wil graag alles over Japan weten. |
kennenverb En ertu ekki þakklátur fyrir að nú skulirðu vita sannleikann? Maar wat ben je nu blij dat je de waarheid hebt leren kennen! |
Bekijk meer voorbeelden
Þeim þykir eflaust vænt um að þú viljir vita meira um líf þeirra. Ze zullen het vast fijn vinden dat je het belangrijk genoeg vindt om naar hun leven te vragen. |
Frúin vill vita hvernig kyrtill herrans verður á litinn Mijn vrouwe vraagt welke kleur tuniek uw meester vanavond draagt |
Versin hljóða svo: „Því að þeir sem lifa, vita að þeir eiga að deyja, en hinir dauðu vita ekki neitt og hljóta engin laun framar, því að minning þeirra gleymist. Volgens de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap luiden deze verzen: „De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. |
Ūví ef ég fæ ekki ađ vita ūađ sem ég vil tel ég upp ađ fimm og drep einhvern annan. Want als ze me niet vertellen wat ik wil weten... tegen dat ik tot vijf geteld heb, ga ik iemand anders vermoorden. |
Þegar við erum að rannsaka orð í Biblíunni verðum við líka að vita í hvaða samhengi orðið stendur. Ook bij de studie van woorden die in de Bijbel staan moet u weten in welke context het woord staat. |
Er það ekki dásamlegt að vita, að við þurfum ekki að vera fullkomin til þess að njóta blessana og gjafa himnesks föður? Is het niet fantastisch om te weten dat we niet volmaakt hoeven te zijn om de zegeningen en gaven van onze hemelse Vader te ontvangen? |
Mig langar ađ vita hverju ūú yrđir hrifinn af. Ik zou graag willen weten wat je zou in doen. |
Þið búið að því forskoti að vita að þau lærðu um sáluhjálparáætlunina af þeirri kennslu sem þau hlutu í andaheimum. U hebt het voordeel dat u weet dat zij het heilsplan al in de geestenwereld hebben geleerd. |
Ūegar ađ ūví kemur læt ég ūig vita. Als het zover is, zal ik het je laten weten. |
Þjónn leitar ekki aðeins til húsbóndans til að fá fæði og skjól heldur þarf hann líka að leita stöðugt til hans til að vita hvað hann vill og fara síðan að óskum hans. Een slaaf hield zijn ogen op zijn meester gericht omdat hij van hem voedsel en bescherming verwachtte. Maar hij moest ook constant op hem letten om erachter te komen wat hij voor hem moest doen. |
Sú hugmynd að Guð velji fyrir fram hvaða erfiðleikum við verðum fyrir gefur til kynna að hann hljóti að vita allt um framtíð okkar. Het idee dat Jehovah van tevoren zou kiezen welke beproevingen ons gaan overkomen, impliceert dat hij alles over onze toekomst weet. |
Af hverju er hvetjandi að vita hvernig andi Guðs starfaði með . . . Wat vind je aanmoedigend aan de manier waarop Gods geest inwerkte op . . . |
Ūú ūarft ađ vita nokkuđ um mistök, Tinni. Je moet iets leren over falen, Kuifje. |
Hvernig á ég ađ vita ūađ? Hoe moet ik dat weten? |
Maðurinn þarf að vita hvað það merkir að vera höfuð kristinnar fjölskyldu. Een man moet weten wat het wil zeggen het hoofd van een christelijk gezin te zijn. |
7 Vottar Jehóva vita að þeir skulda „yfirvöldum“ eða stjórnvöldum ‚undirgefni‘ sína. 7 Jehovah’s Getuigen weten dat zij ’onderworpenheid verschuldigd zijn aan de superieure autoriteiten’, de regeringsleiders (Romeinen 13:1). |
Öldungunum er það ánægja að veita slíka uppörvun af því að þeir vita að harðduglegir og afkastamiklir brautryðjendur eru hverjum söfnuði til blessunar. Ouderlingen doen dit graag omdat zij weten dat hardwerkende, produktieve pioniers voor elke gemeente een zegen zijn. |
Ef ūú finnur eitthvađ áhugavert læturđu mig eđa Pendanski vita. Als je iets interessants vindt... rapporteer je dat aan mij of aan Pendanksi. |
Ef ég heyri að hann hafi átt leið hér um án þess að þú látir mig vita ferð þú í steininn. Want als hij hier voorbijkomt en je vertelt het me niet... dan ga je de gevangenis in. |
En þegar hún fékk að vita að Kenneth og Filomena voru fyrir utan kom hún til dyra og bauð þeim inn. Maar zodra ze doorhad dat Kenneth en Filomena voor de deur stonden, deed ze open en nodigde ze hen binnen. |
Margir vilja vita hver heimildarmađur okkar er. Men wil weten wie onze bronnen zijn. |
Viđ ūurfum ađ vita hvađ gerđist viđ brottflutninginn. We moeten weten wat er gebeurd is. |
Núna þarf maður bara að vera með nettengingu til að geta orðið „sérfræðingur“ á skjánum og þóst vita allt um umræðuefnið. Maður þarf ekki einu sinni að gefa upp nafn. Tegenwoordig kan iedereen met een internetaansluiting zich anoniem voordoen als deskundige. |
Hefđi mátt vita Ūađ. Ik had het moeten weten. |
Rekist ég á bláa mynt frá ūér nota ég hana kannski, hringi í ūig, læt ūig vita hvernig gengur. Als ik van die blauwe muntjes vind, gebruik ik er misschien wel een paar. Dan bel ik je even om te laten weten hoe het gaat. |
Laten we IJslands leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van vita in IJslands, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in IJslands.
Geüpdatete woorden van IJslands
Ken je iets van IJslands
IJslands is een Germaanse taal en de officiële taal van IJsland. Het is een Indo-Europese taal, behorend tot de Noord-Germaanse tak van de Germaanse taalgroep. De meerderheid van de IJslandse sprekers woont in IJsland, ongeveer 320.000. In Denemarken wonen meer dan 8.000 IJslandse moedertaalsprekers. De taal wordt ook gesproken door ongeveer 5.000 mensen in de Verenigde Staten en door meer dan 1.400 mensen in Canada. Hoewel 97% van de IJslandse bevolking IJslands als moedertaal beschouwt, neemt het aantal sprekers af in gemeenschappen buiten IJsland, met name Canada.