Wat betekent on site in Engels?
Wat is de betekenis van het woord on site in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van on site in Engels.
Het woord on site in Engels betekent on-site, on-site, handelen naar, erbij doen, bijvoegen, toevoegen, binnenvallen, zich bemoeien met, drukken, snel afkomen op, dreigend afkomen op iemand, zwaar wegen op, zwaar drukken op, wedden op, wedden dat, veroorzaken, teweegbrengen, ten tonele brengen, ophalen, opfrissen, bouwen op, rekenen op, een beroep doen op, een beroep doen op, verzoeken, oproepen, bezoeken, profiteren van, inspelen op, doorgaan, verdergaan, doorgaan, verdergaan, doorgaan met, , voortzetten, vervolgen, doorhebben, snappen, begrijpen, aanslaan, , bijpraten, bijkletsen, inzoomen op, draaien om, draaien rond, stuiten op, bedriegen, spieken, klimmen op, inklokken, vooruitgang maken, vooruitgang boeken, ontdekken, rekenen op, vertrouwen op, stevig aanpakken, met harde hand optreden tegen, dagen, vertrouwen op, verdubbelen, voortslepen, putten uit, doorzeuren, doordrammen, aanlopen bij, langsgaan bij, extra optie, bijkomende kost, extra, enzovoort, enzovoorts, bekritiseren, appliqué aanbrengen, begrenzen aan achterzijde, op zijn schreden terugkeren,op zijn stappen terugkeren, voortdurend in beweging zijn, voortdurend rondtrekken, uit zijn op, afhankelijk zijn van, namens iemand/iets, bieden op, rondbazuinen, klaplopen, een boemerangeffect hebben, op de hoogte brengen, op de hoogte stellen, kom maar op, kom maar op, aanbrengen op, een gesprek voeren, ophef, handbagage, handbagage, hoger vastpakken, bijten op, kauwen op, tijd vrijmaken, klimmen op, een opmerking maken, commentaar geven, becommentariëren, een compliment geven aan, verlenen, feliciteren, feliciteren met, Gefeliciteerd!, Van harte!, Gefeliciteerd!, Van harte!, beperking, deppen, betten, slaan tegen, besmeren, bekladden, besmeuren, iemand de oorlog verklaren, afhankelijk van, afhankelijk van de omstandigheden, uitweiden over, het gemunt hebben op, een wapen trekken en richten op, putten uit, aantrekken, trommelen op, al vroeg, in het begin. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord on site
on-site(op de betreffende plaats) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
on-site(op de betreffende plek) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
handelen naarphrasal verb, transitive, inseparable (take action in response to) |
erbij doenphrasal verb, transitive, separable (charge in addition) De advocaat deed er 25% bij voor overuren. |
bijvoegen, toevoegenphrasal verb, transitive, separable (append [sth]) Before sending the email, Irene added on a document. |
binnenvallenphrasal verb, intransitive (informal (enter uninvited) (informeel) They won't be happy if we just barge in. |
zich bemoeien metphrasal verb, intransitive (informal, figurative (conversation: interrupt) That boy has a habit of barging in whenever I am talking to my gardener. |
drukken(push, press on) Bear down on the pen to make clear carbon copies. |
snel afkomen op(UK (rush towards) The truck came bearing down on the brothers as they were crossing the street. |
dreigend afkomen op iemandphrasal verb, transitive, inseparable (approach threateningly) The man was bearing down on Jim along the path. |
zwaar wegen op, zwaar drukken opphrasal verb, transitive, inseparable (figurative (weigh heavily upon) (figuurlijk) The weight of Emma's financial worries were bearing down on her. |
wedden op(place a wager on) |
wedden dat(figurative (be totally confident of) (figuurlijk) |
veroorzaken, teweegbrengenphrasal verb, transitive, separable (cause) His allergies brought on the asthma attack. |
ten tonele brengenphrasal verb, transitive, separable (performer, act: send on stage) It was time to bring on the next act. |
ophalen, opfrissen(informal (revise, refresh knowledge of) (fig., v. kennis) |
bouwen opphrasal verb, transitive, inseparable (use as a basis or foundation) |
rekenen opphrasal verb, transitive, inseparable (expect, intend for [sth]) We're calculating on your being here for dinner. |
een beroep doen opphrasal verb, transitive, inseparable (seek help) John called on his friends for support. |
een beroep doen opphrasal verb, transitive, inseparable (turn to [sb] for help) When you need help, then who can you call upon if not your friends? |
verzoeken, oproepenphrasal verb, transitive, inseparable (request that [sb] do [sth]) |
bezoekenphrasal verb, transitive, inseparable (visit [sb]) John called on Mary while she was in the hospital. |
profiteren van, inspelen opphrasal verb, transitive, inseparable (figurative (make the most of) |
doorgaan, verdergaanphrasal verb, intransitive (continue doing [sth]) She carried on as if nothing had happened. |
doorgaan, verdergaan(continue [sth]) The teacher told us to carry on with the exercise she had assigned while she prepared a test. |
doorgaan metphrasal verb, transitive, inseparable (continue doing) |
phrasal verb, intransitive (informal (make a fuss) At bedtime the spoiled child would carry on until his parents shouted, "Enough!" |
voortzetten, vervolgenphrasal verb, transitive, separable (preserve, continue) His daughter plans to carry the business on just as it was before. |
doorhebben, snappen, begrijpenphrasal verb, intransitive (informal (person: understand) I told her that he'd poisoned his wife with arsenic, but she didn't catch on. |
aanslaanphrasal verb, intransitive (informal ([sth]: become popular) Do you think that the practice of people sewing their own clothing will ever catch on again? |
(figurative, informal (compensate for time lost) Audrey sighed when she saw that she had to catch up on a huge pile of work. |
bijpraten, bijkletsen(figurative, informal (get up to date) I phoned my brother to catch up on the latest news back home. |
inzoomen opphrasal verb, transitive, inseparable (focus on) Now that the camera's shown us the whole pitch, centre in on just the coach. |
draaien om, draaien rondphrasal verb, transitive, inseparable (have as main purpose) My grandfather's life centered on his family. |
stuiten opphrasal verb, transitive, inseparable (unexpectedly encounter [sb/sth]) (figuurlijk) Walking throught the woods, I chanced upon young rabbits cavorting in the tall grass. |
bedriegenphrasal verb, transitive, inseparable (informal (be sexually unfaithful to) (in relatie) |
spiekenphrasal verb, transitive, inseparable (be dishonest regarding: taxes, test) (inf., in schooltest) |
klimmen opphrasal verb, transitive, inseparable (horse, vehicle: get on) |
inklokkenphrasal verb, intransitive (start work) Steven clocks in at 7 every morning. Don't forget to clock in when you get to work. |
vooruitgang maken, vooruitgang boekenphrasal verb, intransitive (informal (make progress) Aliyah's tennis has really come on since Marcus started coaching her. |
ontdekkenphrasal verb, transitive, inseparable (find by chance, encounter) The kids were thrilled to come upon a small gingerbread house in the woods. |
rekenen opphrasal verb, transitive, inseparable (trust, rely on) You can count on her to be on time. |
vertrouwen opphrasal verb, transitive, inseparable (expect, be confident of) |
stevig aanpakkenphrasal verb, transitive, inseparable (informal (not tolerate) The principal is starting to crack down on unexcused absences. |
met harde hand optreden tegenphrasal verb, transitive, inseparable (informal (punish) Every holiday, police set up checkpoints to crack down on drunk drivers. |
dagenphrasal verb, transitive, inseparable (figurative (occur to) (figuurlijk) It never dawned on her that her remarks could be offensive to others. |
vertrouwen opphrasal verb, transitive, inseparable (be assured of) You may depend absolutely upon your solicitor's discretion. |
verdubbelen(figurative, US (be twice as focused on [sth]) (figuurlijk) |
voortslepenphrasal verb, intransitive (continue tediously) The three-hour movie dragged on and on. |
putten uitphrasal verb, transitive, inseparable (resources: use) Henrietta drew on her experience as a hockey captain when asked to lead the project. |
doorzeuren, doordrammenphrasal verb, intransitive (talk boringly) I slipped out the back of the hall while she was droning on. |
aanlopen bij, langsgaan bijphrasal verb, transitive, inseparable (informal (visit) Matilda enjoys dropping in unannounced on her friends. |
extra optienoun (optional extra feature) The software has lots of add-ons. |
bijkomende kostnoun (additional charge) The bill includes add-ons. |
extraadjective (feature: optional, extra) The program provides many add-on features. |
enzovoort, enzovoortsadverb (et cetera, etc.) |
bekritiseren(formal (criticize) The author animadverted on his rival's work. |
appliqué aanbrengentransitive verb (French (decorative patch: sew on to [sth]) |
begrenzen aan achterzijdetransitive verb (form background of) The field is backed by a row of trees. |
op zijn schreden terugkeren,op zijn stappen terugkeren(figurative (change your opinion about [sth]) (figuurlijk) When the investigation began, the politician quickly began to backtrack on his previous remarks. |
voortdurend in beweging zijnverbal expression (never remain still) |
voortdurend rondtrekkenverbal expression (travel around a lot) |
uit zijn optransitive verb (be determined: to do [sth]) That cousin of yours is bent on doing as much damage as he can. Jouw neef is uit op het aanrichten van zoveel mogelijk schade. |
afhankelijk zijn vantransitive verb (rely totally on) Elderly people are often dependent on their children. |
namens iemand/ietspreposition (in place of [sb]) I'm phoning on behalf of my daughter, who has lost her voice. The millionaire sent somebody to bid on the painting on his behalf. |
bieden op(make an offer to buy [sth]) Sheila bid on a vase at an auction. |
rondbazuinentransitive verb (display proudly or defiantly) |
klaplopen(informal, AU (live at [sb] else's expense) (informeel) When are you going to get a job and stop bludging on your parents? |
een boemerangeffect hebbenintransitive verb (US, figurative (backfire on) (figuurlijk) Jessica made one silly mistake and her plan boomeranged on her. |
op de hoogte brengen, op de hoogte stellen(give a summary talk) |
kom maar opinterjection (informal (eagerness) My holiday starts tomorrow; bring it on! |
kom maar opinterjection (slang (challenge to fight) If you think you can do better, bring it on! |
aanbrengen op(paint, etc.: apply) (verf, enz.) The carpenter brushed more paint onto the table. |
een gesprek voeren(have a chat or discussion) |
ophefnoun (UK, informal (fuss) His mother made such a carry-on about his going that he considered staying home. |
handbagagenoun (informal (luggage) I measured my carry-on to make sure it would fit in the overhead. |
handbagageadjective (informal (of luggage) We are only allowed one piece of carry-on luggage. |
hoger vastpakkenintransitive verb (sports: grip higher up) (sport) |
bijten op, kauwen op(bite, chew) The dog lazily chomped on his bone. |
tijd vrijmakenverbal expression (make time) Could you clear some space on your calendar to spend some time with her? |
klimmen op(horse, vehicle: get on) Like my motorbike? Climb on and we'll go for a ride. |
een opmerking maken, commentaar geven, becommentariërenintransitive verb (make remarks on) The author commented on the situation. |
een compliment geven aantransitive verb (say [sth] nice to [sb]) Amy complimented me on my new haircut. |
verlenentransitive verb (give or bestow [sth]) |
feliciterentransitive verb (express joy for and to: [sb]) Everyone congratulated us on our stroke of luck. |
feliciteren mettransitive verb (express joy for [sb]) Everyone congratulated us on our stroke of luck. |
Gefeliciteerd!, Van harte!interjection (expressing joy for [sb]) Congratulations on your forthcoming marriage. |
Gefeliciteerd!, Van harte!interjection (expressing joy for [sb]'s success) Congratulations on winning the marathon! |
beperkingnoun (often plural (restriction) The government put a curb on how much bankers can receive in bonuses. |
deppen, bettentransitive verb (apply by dabbing) Dab the pieces of butter around the top of the pie. |
slaan tegen(strike against) Amy dashed her head on a rock while swimming. |
besmeren, bekladden, besmeurentransitive verb (apply roughly, smear) |
iemand de oorlog verklarenverbal expression (figurative (take strong steps against) (figuurlijk) President Richard Nixon declared war on drugs in 1971. |
afhankelijk vanpreposition (determined by) Depending on the weather, I may go camping this weekend. |
afhankelijk van de omstandighedenexpression (according to situation) Other sources of funding may be available, depending on circumstances. |
uitweiden over(literary (talk at length) In this essay, the philosopher descants on the subject of free will. |
het gemunt hebben opverbal expression (dislike) |
een wapen trekken en richten optransitive verb (produce a firearm and aim it at) To stop the robber, the policewoman drew a gun on him and ordered him to lie on the ground. |
putten uittransitive verb (make great use of) (figuurlijk) The apprentice draws heavily on the works of the grand masters for inspiration. |
aantrekken(clothing: put on) He quickly drew on his trousers and ran out the door. |
trommelen op(tap fingers) (met vingers) Adam drummed his fingers on the table. |
al vroeg, in het beginadverb (informal (close to beginning) Early on in my life, I had been a spectacular athlete. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van on site in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van on site
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.