Wat betekent fiori in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord fiori in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fiori in Italiaans.

Het woord fiori in Italiaans betekent bloemkelk, kelk, bloei, bloei, bloesem, bloei, fleur, opbloeien, bloeien, uitgroeien tot, zich ontwikkelen, ontbloeien, bloeien, bloeien, ontkiemen, knoppen, succes hebben, bloeien, in bloei, ontluikend, bloeiend, bloeiend, bloeiend, bloei, toppunt, wilde bloem, lotus, meidoorn, haagdoorn, boutonnière, passiebloem, vlier, bloeiend, bloemdragend, bloeier, boutonnière, bloem, oogappel, crème de la crème. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fiori

bloemkelk, kelk

sostantivo maschile

Il fiore era meraviglioso sebbene lo stelo fosse coperto di spine.

bloei

(figurato: degli anni) (figuurlijk)

Il ragazzo è morto in un incidente stradale, stroncato nel fiore degli anni.

bloei

sostantivo maschile

Gli alberi di ciliegie sono in fiore.

bloesem

sostantivo maschile

Gli alberi di magnolia hanno fiori tutta l'estate.

bloei, fleur

sostantivo maschile (figurato)

Le ragazze sono nel fiore della giovinezza.

opbloeien

(figurato)

bloeien

verbo intransitivo

Questo albero fiorisce di solto in Aprile.

uitgroeien tot

verbo intransitivo

È fiorita in una bellissima giovane.

zich ontwikkelen

ontbloeien, bloeien

verbo intransitivo (letterlijk)

Il pero è fiorito alcuni mesi fa.

bloeien

verbo intransitivo

Quando le giunchiglie fioriscono, la città tiene una festa.

ontkiemen, knoppen

verbo intransitivo

Le giunchiglie di solito sbocciano a febbraio.

succes hebben

verbo intransitivo

Gli affari di Philip non andavano molto bene all'inizio, ma ha lavorato duramente e ora prosperano.

bloeien

(attività) (figuurlijk)

in bloei

ontluikend, bloeiend

locuzione aggettivale (botanica)

I ciliegi in fiore sono un segno che è arrivata la primavera.

bloeiend

locuzione avverbiale (albero, pianta, ecc.)

bloeiend

aggettivo

bloei, toppunt

(figuurlijk)

Nel suo fulgore questo teatro era pieno ogni sera.

wilde bloem

sostantivo maschile

Il parco chiede alle persone di non raccogliere i fiori di campo.

lotus

sostantivo maschile (plantkunde)

meidoorn, haagdoorn

sostantivo maschile

boutonnière

sostantivo maschile (bloem op revers)

passiebloem

sostantivo maschile (plantkunde)

vlier

sostantivo maschile (plantkunde)

I fiori di sambuco si usano per aromatizzare le bevande estive.

bloeiend, bloemdragend

locuzione aggettivale

Non pensavo che fosse una pianta da fiore, ma ieri è comparso un germoglio rosa.

bloeier

sostantivo femminile

Le viole del pensiero sono una pianta in fiore invernale colorata.

boutonnière

sostantivo maschile (enkele bloem in knoopsgat)

Una tradizione del matrimonio è che lo sposo indossi un fiore all'occhiello.

bloem

sostantivo maschile

oogappel

(figurato) (informeel)

crème de la crème

(figurato)

La Royal Air Force scelse solo l'élite della popolazione inglese maschile e femminile.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fiori in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.