Wat betekent em casa in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord em casa in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van em casa in Portugees.
Het woord em casa in Portugees betekent thuis, thuis, thuis-, er, thuiskantoor, thuiswerker, thuiswerkend, kamer, ruimte, feest, feestje, doen alsof je thuis bent, zich thuisvoelen, thuis eten, Doe alsof je thuis bent!, werk thuis. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord em casa
thuislocução adverbial Eu deixei minha carteira em casa. Ik heb mijn portemonnee thuis laten liggen. |
thuislocução adverbial (esporte) |
thuis-locução adverbial |
erlocução adverbial Infelizmente o George não está em casa neste momento. |
thuiskantoor(anglicismo) |
thuiswerker
|
thuiswerkend
|
kamer, ruimte
|
feest, feestje(evento social na casa de alguém) (bij iem. thuis) We zijn gisteren naar een feest gegaan. Ik kon gisteren niet slapen omdat onze buren een luid feestje hadden. |
doen alsof je thuis bent
Por favor, venha e fique à vontade! |
zich thuisvoelenexpressão verbal |
thuis eten
|
Doe alsof je thuis bent!
Não somos muito formais por aqui, simplesmente fique à vontade. |
werk thuissubstantivo masculino (trabalho trazido à casa) Estou tão ocupado no escritório que comecei a levar trabalho para casa para ficar em dia. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van em casa in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van em casa
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.